Deze week leren we over de kleuren.
Dit doen we op verschillende manieren.
 |
| Bij welke kleur moet dit voorwerp? |
 |
Stempelen van een regenboog.
De juf geeft elke boog een stip, de kleuters
vullen deze boog met stippen van dezelfde kleur. |
 |
We leren kleuren mengen met de slakken.
Met onze vinger maken we rondjes zodat de verf goed
door elkaar gaat. Daarna kijken we welke kleur het geworden is. |
In de hoeken van de klas komen we ook heel wat kleuren tegen.
 |
| Het eten in het poppenhuis heeft verschillende kleuren. |
 |
| Ook onze legoblokken hebben veel kleuren. |
 |
| Magneten in verschillende kleuren. |
 |
| De dopjes op de juiste kleur zetten. |
 |
| Spelen met gekleurde buisjes. |
 |
| We maken ook puzzels. |
 |
Bij de trein vinden we gekleurde blokken.
We leggen alle blokken van dezelfde kleur bij elkaar. |
 |
| Lezen in de boekjes. |
 |
| Spelen met het poppenhuis. |
 |
We mogen nu boven spelen met de auto's.
Nu hebben we extra plaats om te rijden. |
 |
| Ook onze werkbank kreeg kleur. |
 |
We leren ook kleuren mengen aan de hand van een versje.
Dag blauw, zei geel
Dag geel, zei blauw
ik maak een andere kleur van jou
ze gaven elkaar een zoen
en toen waren ze groen! |
 |
Joepie we mogen een tekening maken!
Vrij tekenen met verschillende kleuren. |
 |
| Kunnen we bij elke bol een voorwerp leggen met de juiste kleur? |
 |
| Ja hoor dat kunnen wij! |
